De hervormingen van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) en de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen (OMV) hebben de procedure voor het inwinnen van het advies van de brandweer voor milieu- en stedenbouwkundige certificaten en vergunningen, alsook voor verkavelingsvergunningen gewijzigd.
Vanaf 1 september 2019 is het niet langer aan de aanvrager om het advies van de brandweer in te winnen vooraleer een aanvraag in te dienen, maar is het aan de vergunnende instantie (gemeente of Gewest) om dit advies op te vragen (indien vereist), samen met andere adviesaanvragen bij andere betrokken administraties en instanties.
Enige uitzondering hierop is de zogenaamde "vereenvoudigde stedenbouwkundige regularisatievergunning" ((art. 330, § 3 van het BWRO)).
Het gaat hierbij om een versnelde procedure om feit en recht te doen samenvallen bij vóór 1 januari 2000 gecreëerde onregelmatige situaties, die echter conform de vroegere of huidige wetgeving zijn.
Concreet gaat het hierbij om werken:
- die zonder vergunning werden uitgevoerd, terwijl deze nodig was (werken in overtreding uitgevoerd);
- die vóór 1 januari 2000 uitgevoerd werden (bewijs te leveren door de aanvrager);
- die werden uitgevoerd in overeenstemming met de vroegere of huidige reglementering;
- die destijds en vandaag niet aan een effectenbeoordeling moesten/moeten onderworpen worden.
Heeft jouw aanvraag betrekking op werken, die voldoen aan alle bovengenoemde kenmerken? Dan moet je eerst het advies van de brandweer inwinnen vooraleer een aanvraag in te dienen bij de gemeente waarop de te regulariseren situatie zich bevindt. Enkel bij een gunstig advies van de brandweer, zal de betrokken gemeente overgaan tot het leveren van een vergunning.